Begraafplaats Usselo

5. Grafbedekking

Artikel 19 - Toestemming grafbedekking

  1. Voor het hebben van een grafbedekking is toestemming nodig van de Stichting.
  2. De Stichting heeft nadere regels vastgesteld omtrent de wijze van aanvragen van toestemming, de aard en de afmetingen van de grafbedekkingen en de wijze van aanbrengen. Deze regels zijn bij de beheerder bekend en kunnen daar opgevraagd worden. De maximaal toegestane hoogte van de grafbedekking is 1,10 m boven het maaiveld en voor een kindergraf en urnengraf maximaal 0,80 m boven het maaiveld.
  3. De Stichting kan toestemming weigeren indien:
    1. niet voldaan wordt aan de door haar vastgestelde nadere regels;
    2. de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;
    3. de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;
    4. de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.
  4. Toestemming voor het hebben van een grafbedekking moet worden aangevraagd door en wordt op naam gesteld van de rechthebbende op het graf. Bij overschrijving van dat recht wordt de alsdan ingeschreven rechthebbende beschouwd als houder van de toestemming.

Artikel 20 - Grafbeplanting

Niet blijvende beplantingen op een graf die in verwaarloosde staat verkeren kunnen door degene die belast is met de dagelijkse leiding op de begraafplaats worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende 1 maand ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe van te voren mondeling of schriftelijk verzoek bij de beheerder heeft gedaan.

Artikel 21 - Verwijdering grafbedekking

  1. De grafbedekking kan na het verstrijken van de graftermijn door de Stichting worden verwijderd.
  2. Het voornemen tot verwijdering van een grafbedekking wordt gedurende tenminste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd schriftelijk door de Stichting bekend gemaakt aan de rechthebbende. Mocht het adres onbekend zijn dan zal dit geschieden door op het op te ruimen graf een bordje te plaatsen.
  3. Op grond van een verzoek daartoe, dat gedurende een jaar voordat de grafbedekking zal worden verwijderd bij de Stichting kan worden ingediend, wordt de verwijderde grafbedekking gedurende drie maanden ter beschikking van de laatste rechthebbende gehouden.
  4. De grafbedekking vervalt aan de Stichting indien:
    1. geen verzoek is ingediend op grond van lid 3;
    2. de grafbedekking niet binnen drie maanden nadat deze van het graf is verwijderd, is afgehaald.